Ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO)
Op Octant werken wij vanuit het concept van Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO).
Ontwikkelingsgericht onderwijs is een vernieuwende visie op leren en onderwijzen. Ontwikkelingsgericht onderwijs gaat uit van Vygotski's ‘Zone van naaste ontwikkeling’, het verschil tussen wat het kind zonder hulp kan en wat het mét hulp kan.
Als kleuters op school komen hebben ze al heel veel geleerd: ze hebben leren spreken, basiswoordenschat opgedaan, leren lopen, fietsen, leren spelen en dat is maar een greep. Dit alles terwijl ze nog helemaal geen onderwijs hebben gehad. Kennelijk is de interactie met een omgeving die al deze ontwikkelingen stimuleert en ondersteunt, genoeg geweest. OGO bouwt op deze wetenschap voort.
We weten allemaal dat leren iets is wat je niet alleen op school doet. Er wordt beweerd dat je tegenwoordig zelfs meer leert buiten school, dan erbinnen, en dat heeft dan te maken met alle moderne communicatiemiddelen en de mogelijkheden die we hebben om deel te nemen aan allerlei sportieve, culturele en “natuurlijke” activiteiten.
Het klassikale systeem is uitgevonden in een tijd dat kennis door de meeste mensen alleen maar verkregen kon worden door te luisteren naar iemand die deze kennis bezat. OGO wil van passief luisterende naar actief deelnemende kinderen. Van leerkrachten die één boek volgen (het methodeboek per vak) naar leerkrachten die alle informatiemiddelen gebruiken, die passen bij vragen die kinderen zelf stellen. We weten immers dat zelf vragen (leren) stellen de beste leermomenten oplevert.
Ontwikkelingsgericht onderwijs in de praktijk
In de onderbouw maken we gebruik van de speldrang van kinderen om het leren te bevorderen. Dat is inclusief het “schoolse” leren: leren lezen, schrijven, rekenen en precies bouwen en vaktaal leren gebruiken.
Vanaf groep 5: het spel gaat een heel ander karakter krijgen. Het wordt een onderzoekspel.
Onderzoek, het willen weten, wordt de kern van het onderwijs. Maar het spel blijft belangrijk: je in rollen verplaatsen (van kaartjescontroleur tot rondleider) vraagt het gebruik van “vaktaal”, dat bij die rol hoort!
Vanaf groep 7: We zien hoe nu het onderzoek de basis vormt voor het onderwijs. We gaan niet meer uit van te leren lesstof over bijvoorbeeld de Gouden Eeuw, maar van een situatie die vragen over die tijd bij de kinderen oproept. Hoe zag het dagelijks leven van een 10-jarige eruit in de Gouden Eeuw? Zo leren de kinderen veel meer en met veel meer betekenis over “De Gouden Eeuw”. De leerkracht houdt in de gaten dat er voldoende basiskennis ontstaat.
Onderwijs op Octant
Kinderen leren veel als zij gemotiveerd en betrokken zijn en als zij zelf het nut zien van wat zij leren. Er wordt op Octant daarom gewerkt vanuit thema’s en activiteiten, die de natuurlijke nieuwsgierigheid van kinderen prikkelen. Kinderen kunnen actief bezig zijn en het leren van én met elkaar neemt een belangrijke plek in. Spel en onderzoek staan centraal, net als de brede ontwikkeling. De leerkracht zorgt voor een uitnodigende omgeving en bekijkt wat de zone van de actuele ontwikkeling is en wat de zone van de naaste ontwikkeling.
Dit houdt in dat de leerkracht onderzoekt wat een leerling geheel zelfstandig kan uitvoeren (en dus leerstof herhaalt en inoefent) en waar het zich, met hulp, verder kan ontwikkelen (hoge verwachtingen hebben zodat een kind zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen). De leerkracht helpt iedere leerling te ontwikkelen door te begeleiden, te inspireren en te stimuleren.